dinsdag 27 april 2021

De grond verdween onder mijn voeten

Ruim een jaar geleden is de vader van onze kinderen, mijn allerliefste Martijn overleden. Volkomen onverwacht. Van de ene op de andere minuut kon hij niets meer. Hij had een zware hersenbloeding. Hij stierf op vierentwintig februari vorig jaar. 

Mijn maatje is dood. Zondagochtend is er niets aan de hand en maandagmiddag loop ik in het ziekenhuis aan zijn bed mee naar het mortuarium.

Je gaat niet zomaar dood

Zo snel kan het gaan. Maar sterven is niet gewoon als je drieënveertig jaar bent en volop in het leven staat. Steeds vertel ik onze dochters dat doodgaan iets is waar veel voor nodig is. Dat je niet zomaar dood gaat. Bij mijn lief is het een zware hersenbloeding, die maakt dat zijn lichaam totaal niet meer kan functioneren. De arts van de Spoedeisende Hulp zegt me direct bij binnenkomst dat ik rekening moet houden met het ergste. Een kwartier later is het definitief. Er is helemaal niets meer wat hem beter kan maken. Hij gaat dood. En snel. Het enige wat de mensen in het ziekenhuis nog voor hem kunnen doen, is zorgen dat hij rustig kan liggen, dat hij geen pijn voelt in de uren dat alle lichaamsfuncties zullen uitvallen. Even verzet ik me tegen het idee dat daar op dat moment ons leven samen stopt. De knop gaat om wanneer ik aan onze dochters denk. Ik ben degene die het samen met hen moet gaan doen. Meteen is daar een oerkracht die het allerbeste in me naar boven haalt. Ik denk alleen maar: 'Eerlijk zijn'. Hij en ik spelen altijd open kaart naar onze kinderen. Dus: geen doekjes eromheen. 'Papa gaat nu dood,' en: 'Nee, hij gaat niet heel lang slapen. Hij gaat dood. Alles aan papa wordt helemaal stil.' Dat ik die nacht samen met onze dochters dicht bij hem kan zijn, maakt dat we deze situatie op de best mogelijke manier beleven. We vertellen hem alles wat we nog willen zeggen: van hoeveel we van hem houden tot hoe verschrikkelijk stom het is dat hij nu dood gaat. Van hoe intens, onbeschrijflijk erg het is om hem zo te zien liggen, tot 'waarom zeg je nou niks terug?' Van onze liefste, leukste en gekste herinneringen samen tot alles wat we nog van plan zijn en hoe we dat dus ook gaan doen. We maken plannen en beloven elkaar en vooral onszelf dat we het allermooist denkbare van ons leven blijven maken.

Wat doe je?

We hadden het er wel eens over: 'Wat doe je als de ander dood gaat?' Steevast zeiden we tegen elkaar: 'Daar moet je nu nog niet van uit gaan. En als het wel gebeurt, dan redden we ons. Dat weet ik zeker.' Of: 'Als ik er niet meer ben, moet je niet alleen blijven. Zorg dat je het op een goed moment gezellig maakt met iemand anders.' 

Bijna te mooi om waar te zijn

We zijn 25 jaar samen. We kennen elkaar door en door. We zijn er voor elkaar, zo goed en zo kwaad als het gaat. Hij werkt hard en is altijd op onderzoek. Hij is een duizendpoot. Zijn hoofd staat nooit stil. Dat is lange tijd niet ultiem gezellig voor ons thuis, zal ik maar zeggen. Eindelijk vinden we de laatste maanden een nieuwe draai. Hij loopt wat lichter door het leven en ik vind mijn ontspanning waar ik eerder overliep van zorgen. We gaan vijf dagen voor zijn dood voor het eerst sinds jaren samen uit. Twee dagen later hoor ik mezelf tegen een vriendin zeggen: 'We hebben het beter dan ooit! Het is bijna te mooi om waar te zijn.'

Gruwelijk trots 

Je zou zeggen dat het een vreselijke situatie is, waarin de grond onder mijn voeten verdween. Net samen het gevoel hebben dat we de boel, na jaren knokken, eindelijk op orde hebben, lekker op weg zijn, plannen die heel goed blijken uit te werken. En hem vervolgens zo abrupt los moeten laten.

Het is verschrikkelijk.

En toch overheerst het gevoel van trots. Trots op dat ik met hem ben getrouwd. Trots op dat we samen onze kinderen hebben gekregen. Gruwelijk trots op alles wat we samen delen. 

Alles wat er was, maakt dat we zijn gekomen waar we nu zijn

Ik ben dankbaar voor alles. Het heeft hem en mij mede gemaakt tot wie we nu zijn. Dat betekent ook dat het 'gewoon wij samen' hier nu stopt. Ik had niks van die vijfentwintig jaar willen missen. Alles wat er was, maakt ook dat we zijn gekomen waar we nu zijn. Zonder donker kan geen licht bestaan.

Dus nu ik hem niet meer hier naast me heb, vind ik mezelf opnieuw uit. Ik val soms keihard en ik hoef dan 'maar' één ding te doen: weer opstaan. Gelukkig is er grote steun heel dichtbij, in precies de juiste vorm. 

Twee weken na zijn overlijden gaat Nederland op slot. Corona. Niet alleen onze wereld staat op zijn kop. Niet alleen wij als gezin, maar iedereen om ons heen vindt zichzelf terug in het leven dat zo plotseling compleet is veranderd. Voor ons is dat een heel schrale troost. En ook weer niet. Het geeft me een rijk gevoel propvol dankbaarheid dat zijn overlijden en het grote afscheid zijn gegaan zoals ze zijn gegaan.

De grond verdween onder mijn voeten

Ruim een jaar geleden is de vader van onze kinderen, mijn allerliefste Martijn overleden. Volkomen onverwacht. Van de ene op de andere minuu...