donderdag 27 juni 2019

Schuld en trouw


Werkend bij een baas voelde ik mij schuldig

Ik kom graag op de basisschool van mijn kinderen. Er heerst een prettige sfeer, waar iedereen zorg heeft voor elkaar. Niet alleen de leerkracht voor de kinderen, maar ook kinderen en leerkrachten onderling. De leerlingen worden 'opgevoed' met het idee dat ze verantwoordelijk zijn voor zichzelf en tot op zekere hoogte ook voor elkaar. De manier van onderwijs is ingericht op basis van een grote actieve betrokkenheid van ouderejaars bij de jongerejaars leerlingen. Je merkt dat deze basis van zorgen voor elkaar een positief effect heeft op de samenleving in de hele school.

Vorige week liep ik er rond. De lessen waren aan de gang, iedereen was aan het werk. Ik zat te wachten op een afspraak.

De conciërge liep af en aan met dozen, stoelen, tafels, een ladder. Tussendoor maakte hij tijd voor leerlingen die hem wat wilden vragen en hij nam de ruimte om bij te praten met een collega die een tijdje afwezig was geweest. Het was prettig om te zien dat hij schik had in dit geheel, ook al had hij van alles te doen. Hij volgde zijn plan en wist op zijn manier oog te hebben voor de mensen om hem heen.

Ik bewonder dat.

Waarom eigenlijk?
Terwijl ik mij dat afvraag, besef ik dat mijn eigen ervaring met werken voor een baas me niet opleverde waar ik eigenlijk zo naar verlangde: intermenselijk, echt contact. Ik voelde me altijd schuldig als ik aan de praat raakte met een collega of een klant, terwijl ik heel andere zaken op mijn planning had staan. Ik voelde me verplicht om aantoonbaar productie, liefst meetbare data op te leveren. Gesprek met collega's of klanten was waar ik zo naar verlangde, maar ik beleefde het als een illegaal element tijdens werktijd. Menigmaal werkte ik langer door om te voldoen aan wat ik dacht dat wel van me werd verwacht. Desondanks had ik best plezier op mijn werk.

Wat niet hielp mijn schuldgevoel minder te maken, is dat ik zelf gewoon niet zag dat ik ontrouw was aan mijn verlangen naar echt contact. Dat verlangen was heel lang een grote, blinde vlek in mijn bestaan. Ik bleef hard werken om doelen te behalen. Organisatiedoelen die ver van mij af stonden. Het werd een worsteling met een soort dubbelleven. Een worsteling die pas betekenis kon krijgen toen ik moeder werd. Toen pas voelde ik de urgentie om werk te doen dat echt bij me past. Ik gaf mijn verlangen prioriteit.

Vóór die tijd weerhield dat groot en diepgeworteld schuldgevoel me om te doen wat ik oprecht leuk vond. Daarmee was ik trouw aan wat me heel lang ook enorm heeft geholpen. Het duurde lang voordat ik durfde toegeven dat ik een hele constructie (mijn leven) op drijfzand had gebouwd. Op het moment dat ik dat inzag, leek alle zekerheid in mijn leven verloren en donderde mijn bestaan als een kaartenhuis in elkaar. Dat uitte zich in allerlei lichamelijke klachten en het gevoel dat ik niet meer verder kon. Ik wist niet waar ik moest beginnen en wat ik moest doen. Ik voelde teleurstelling, schrik, en vooral angst en intens verdriet. Meer kon ik niet en meer hoefde ook niet.

Het fijne aan verdriet is dat het op een goed moment, hoe zwaar en heftig het ook is, ook weer minder heftig kan worden. Hoe intens onbedaarlijk ik ook moest huilen, ik leerde dat er altijd een moment komt waarop het stiller en wordt en ik me meer ontspannen voel. Voordat ik dat leerde, voelde ik dat trouwens niet zo.
Doordat ik nu durf toe te geven aan mijn verdriet, krijg ik ruimte om te kijken wat er nog meer is.

Ik leerde opnieuw vertrouwen op mijn lijf, op mijn gemoed. Ik leerde dat veiligheid ook vanuit mezelf komt. Ik vond uit wat mijn mogelijkheden zijn, wat ik nodig heb en hoe ik kansen kan benutten. Er kwam weer hoop. Er kwam zelfs een tweede kind. En voor mijn kinderen ben ik nu een moeder die betekenis geeft aan schuld en trouw. Ik wil voorleven dat je vanuit liefde voor jezelf het leven van iemand anders nog meer de moeite waard kan maken.

woensdag 5 juni 2019

Kiezen is ook rouwen

Kinderen moeten leren om keuzes te maken. Dat heb ik moeten leren. Kiezen is namelijk ook rouwen en het is belangrijk om dit al in de basis goed te hebben.

Wil je een boterham met jam of met hagelslag? Als je jam kiest, moet je rouwen om wat je niet krijgt: hagelslag. En andersom. Sterker nog: als je welke keuze dan ook maakt, ervaar je de betekenis van 'je ergens voor uitspreken'. Door te kiezen wat je zelf wilt (autonomie) ervaar je dat je vrijheid kunt voelen in wie je zelf bent (identiteit).

Mijn tactiek van 'een halfje met jam en een halfje met hagelslag' is dus verkeerd.
Hiermee ontneem ik mijn dochter de kans om te leren rouwen. Bovendien, en zeker zo belangrijk, geef ik haar geen duidelijk tegenwicht. Dat betekent dat door mijn grenzeloosheid, ik mijn kind ook nog de kans ontneem om te ontdekken wie het zelf is.

En wat als je niet kunt kiezen? Wat als je niet geleerd hebt om te kiezen?
Wat als je altijd keuzes maakte uit tactische overweging of om de ander te plezieren, om zelf lief gevonden te worden?  

Ik bedoelde het zo goed en wilde mijn dochter verdriet besparen omdat ik zelf geen verdriet meer kon verdragen. Oei. Dat voelt egoïstisch. Ik voel boosheid bij het idee dat ik mijn dochter tekort doe. Een confronterende ontmaskering van mijn goede intenties. Mijn goede bedoelingen zijn een afdekzeil voor mijn eigen verlangen geen verdriet te willen hebben bij keuzes die ik altijd lastig vind. De boosheid groeit en van binnen ontplof ik bijna. Niks lukt. Alles is verloren. Zie je wel. Ik kan dit niet. Ik ben geen goede moeder en ik zal het ook nooit worden. Ik had hier nooit aan moeten beginnen.

Ik sla op de vlucht. Ik ren zo hard ik kan door het oerwoud met obstakels: verantwoordelijkheden, verplichtingen, verlangens, verbindingen en verwachtingen. De priemende ogen van mijn baas, collega's, buren, familie, vrienden, man en kinderen jagen me op. Ik ben op de vlucht, mijn hoofd gaat te snel, ik raak verstrikt. Alles doet pijn, het voelt benauwd, niks is meer leuk.

En precies wanneer ik denk dat werkelijk alles verloren is, besef ik dat ik één heel belangrijk iets ben vergeten. Daar waar het uiteindelijk om draait. Dat wat bepaalt of mijn plan zal slagen. Ik. 'En ik dan?'
Nu is het plaatje compleet. Mijn eigen rouwen kan beginnen. Eindelijk echt verdriet. Dat lucht op. Ik was mezelf vergeten en door voor mezelf te kiezen, geef ik ook aandacht aan mijn eigen pijn en rouw en het verlangen. Ik kom weer tot mezelf.

Ik zet alles op een rij. Ik stel mezelf gerust: 'Het leven is heel simpel, maar we willen het per se ingewikkeld maken.'

Om te beginnen heb ik winst geboekt: ik snap weer waarom ik mijn dochter moet begrenzen en haar soms schijnbaar simpele keuzes moet laten maken en dat het gezond is als daar in een bepaalde vorm verdriet bij komt kijken.

Door de betekenis van weerstand te ervaren, wordt mijn dochter weerbaar. In het geval van de boterham: nu hagelslag en morgen jam en nu dus geen jam. Om het simpel te houden: Daar is niks ergs aan, zolang ze voelt dat ze zelf kan kiezen en daar betekenis aan kan geven: vrijheid ervaren. Het is een klein begin voor haar verdere leven. Dit soort vrijheid en onafhankelijkheid is waardevol. Het draagt bij aan de vorming van haar identiteit (wie ben ik?) en haar autonomie (wat wil ik?). 

Mijn kind gaat vanaf nu kiezen: hagelslag of jam. Het leven is simpel. 
Ik ga eens kijken wat me zo verdrietig maakt. De weerstand die mijn dochter zal laten zien, vind ik lastig. Het raakt aan een oude wond bij mij. Ik besloot ooit alleen te kiezen wat de ander zou goedkeuren. Afkeuring door een ander, zo had ik ooit besloten, was onverdraagbaar. 

Nu ik moeder ben, zie ik dat het echt niet zo werkt. Als mijn kinderen gebaat zijn bij mijn uitgesproken grenzen, bij duidelijkheid van mijn kant, besluit ik nu dat ik er voordeel bij heb dat ik duidelijke grenzen in mijn leven als standaard maak. En soms vind ik dat dus lastig.
Zeker in combinatie met schijnbare afwezigheid van nabijheid en verbinding. Ik heb steun te voelen. Eerst bij mezelf en daarna bij mijn man, mijn dierbaren. Allemaal verschillende manieren van steun.

Het leven is heel simpel en ik vandaag besluit ik het ook minder ingewikkeld te maken.

De grond verdween onder mijn voeten

Ruim een jaar geleden is de vader van onze kinderen, mijn allerliefste Martijn overleden. Volkomen onverwacht. Van de ene op de andere minuu...